Afwijkende mondgewoonte
Duimen, vingerzuigen, liplikken, nagelbijten, open mondgedrag, mondademing, afwijkend slikpatroon, slissen, lage of tegen de tanden aan liggende tong in rustpositie.
Taal
Vertraagde spraak – en taalontwikkeling
Kenmerken zijn:
- (nog) niet of opvallend minder spreken
- het spreken in onvolledige, kromme zinnen
- het spreken is minder goed verstaanbaar
- komt moeilijk of niet op woorden
- wil iets vertellen maar heeft een onsamenhangend verhaal en kan niet tot de kern komen.
- begrijpt niet goed wat er gezegd wordt of gevraagd
- begrijpt de instructie op school niet (onvoldoende)
Meertaligheid bij kinderen en volwassenen.
Auditieve vaardigheden
Auditieve discriminatie: het verschil horen tussen verschillende klanken. Een m klinkt anders dan een n en de a klinkt anders dan de aa.
Auditieve analyse: een woord in stukjes hakken. Zo hak je het woord roos in stukjes: r-oo-s.
Auditieve synthese: klanken aan elkaar plakken tot een woord. Je hoort v-i-s, dit wordt vis.
Spraak
Slissen of lispelen, nasaliteitsstoornissen, verbale ontwikkelings dyspraxie, vertraagde spraakontwikkeling, schisis, weglaten en/of vervangen van klanken.
Stotteren en broddelen.
Adem
Prikkels, hoesten en ademhaling.
Stem
Bijvoorbeeld heesheid door: te luid of te zacht spreken, spreken op een te hoge toonhoogte, geknepen spreken.
Gehoor
Cochleair implantaat.
Slikken
Afwijkend slikken door afwijkend mondgedrag, indien nodig wordt er samen gewerkt met de tandarts/orthodontist. Slikproblemen ten gevolg van neurologische problematiek.